Leerzaamste
In de derde van de lagere school zat ik bij meester Fons van Rieë (van den Borne) in de klas. Ik kreeg straf (waarom weet ik niet meer), maar ik zal het vast wel verdiend hebben. Toch was ik boos en besloot om de meester terug te pakken.
Destijds werden de publicaties met punaises aan bomen vastgemaakt. (Er was toen nog geen Klepper of Grensdorpen.nl😀.) Ik heb in de middagpauze diverse punaises uit een boom gepeuterd en deze onder het afgesleten kussentje van de stoel van zijn lessenaar gelegd.
Toen na de pauze de les weer begon, maakte de meester een zittende beweging, maar hij kwam direct weer omhoog. Hij zei: “Bert, kom jij hier maar zitten en breng je lesmateriaal maar mee.” Ik ging natuurlijk op het uiterste randje van de stoel zitten, maar de meester zei: “Nee, ga maar goed zitten, Bert!”
Ik heb zo heel de middag gruwelijk ongemakkelijk gezeten, maar daarna is er niks meer over gezegd.
Hoe kon de meester dit weten? Twee klasgenootjes deden altijd de afwas van de meesters en juffen. Zij hadden gezien wat ik aan het doen was. Ik heb hen natuurlijk gevraagd om niks tegen de meester te zeggen. Maar ja, brave meisjes, hè.
Vele jaren later kwam ik meester Fons tegen bij café Laurance van Grinsven. Hij kon het zich nog helemaal heugen en we hebben er toen hartelijk om gelachen.
Domste
Als 16-jarige werkte ik als leerling elektricien en hielp mee in de bouw. Nog wat onwennig was ik leidingen aan het leggen voor een verbouwing. Andere bouwvakkers waren boven aan het metselen.
Ik moest vanaf de meterkast door de planken zolder een gat boren naar boven. Ik had van tevoren wel drie keren gekeken waar dat gat ergens uit zou komen, maar zag niks bijzonders en kwam alleen foeterende bouwvakkers tegen, omdat ik in de weg liep.
Uiteindelijk stak ik een leiding door het geboorde gat naar boven. Tot ieders grote verbazing kwam die midden in een speciekuip omhoog…
De reactie van die metselaars laat ik maar achterwege...
Grappigste
In mijn jeugd in de jaren 70, ging men jaarlijks vanuit Hooge Mierde met een bus op bedevaart naar Hakendover. Ik wilde dat als 17-jarige ook wel eens meemaken.
Het was dan de gewoonte dat je van Hakendover over het ingezaaide land naar Tienen liep. De legende luidde dat het ingezaaide land zich daarna vanzelf herstelde. Tijdens deze tocht werd er regelmatig gebeden.
Lowieke (destijds een markant figuur uit Hooge Mierde) liep ook mee. Hij was een fervent sigarenroker. Ik liep net achter Lowieke en telkens als het bidden begon, stopte Lowieke zijn gedoofde sigaar in de binnenzak van zijn jas.
Lowieke liep dan biddend door. Maar na een tijdje kwam er echter rook onder uit zijn jas vandaan. Ik heb Lowieke toen gewaarschuwd en hij zag tot zijn verbazing dat de binnenvoering al weggeschroeid was.
De sigaar daarom maar snel in een andere jaszak gedaan en weer biddend verder. Na honderd meter echter hetzelfde euvel, weer rook van onder uit zijn jas.
“Verdorie”, zei Lowieke, “heb ik m’n sigaar toch nog niet goed uitgemaakt! En ik heb deze jas nog wel geleend, van Jan van Sjefkes.”
Hopelijk heeft Jan destijds niet zijn beste jas aan Lowieke meegegeven.
Ik ging toen niet alleen mee voor de bedevaart, maar vooral ook voor het avontuur. Omdat er ook een overnachting bij inbegrepen was, gingen we ‘s avonds goed op stap. Ik was echter de tijd vergeten en toen ik ’s nachts aankwam bij het gastenverblijf, was de deur op slot.
Via de regenpijp ben ik toen naar boven geklommen en door een openstaand raam terecht gekomen bij de gastvrouw op haar slaapkamer… Ik ben toen zonder iets te zeggen snel naar de zolder gevlucht om mijn eigen bedje op te zoeken. De volgende dag zat ik dus met rode oortjes aan het ontbijt.
Gevaarlijkste
Als 20-jarige ging ik met Peer Friet (van den Borne) op de Luther bij de familie Van Loon een antenne op het dak plaatsen. Het was een woning met een Franse kap.
De antenne werd destijds met tuidraden op het dak vastgezet. De onderste spandraden werden altijd als eerste vastgemaakt. Dan werd binnen gecontroleerd of het beeld op de tv in orde was. En daarna gingen we weer met zijn tweetjes de ladder op om de andere spandraden vast te zetten. Peer bleef aan de kant van de ladder en ik zou over de nok naar de andere zijde lopen.
Ik struikelde echter over een spandraad en moest een noodsprong maken van het zes meter hoog naar beneden. Ik belandde op het gras en wonder boven wonder was alles nog heel, niet eens een verstuikte enkel of zo.
Dus binnen een minuut stond ik weer aan de andere kant boven op de ladder. Ge had dat gezicht van Peer moeten zien! 😊.
Spectaculairste
Tijdens mijn werkzaam leven als antennebouwer kreeg ik in 1985 de opdracht om een klus te verrichten op de zendmast van Hoogersmilde, 304 m hoog. Ik ging met iemand naar boven, de eerste 250 m met de lift, daarna klimmend door een schacht. Boven die schacht was een plateau van zo’n drie meter doorsnede.
Daarna moest ik in de openlucht nog verder omhoog, tegen een buis met klimhaken van een meter of vier. Daar moest onder andere een windsnelheidsmeter en een windrichtingvaan vervangen worden in opdracht van het RIVM. Deze apparaten waren van belang voor bepaalde luchtmetingen. Destijds waren er nog nauwelijks satellietwaarnemingen, maar al wel vijf van dit soort meetpunten in de tv-torens van Nederland.
Met een fantastisch uitzicht, op ruim 300 m hoogte in een tuigje, in de open lucht, kijkend door een dun laag laagje bewolking, was dit een geweldig spectaculaire ervaring.
Zelf meedoen aan De Superlatieven van...? Leuk toch!
Klik hier
Eerdere afleveringen lezen van De Superlatieven van...? Klik op:
Janneke van den Borne
Lenny van der Mierden
Wilfred Meulenbroeks
Gijs Bartels
Martien Vosters
Jeroen van den Borne