De pastorie van Keldersooi


Van oudsher heeft de Hooge Mierdse pastorie aan De Stad gestaan. Nu woont Johan Stuyvenberg op die plek, pal tegenover Van Laarhoven.

Ongemak voor de pastoor

Rond 1673 heeft de Hooge Mierdse parochie een nieuwe pastorie nodig. Dan gebeurt er iets heel merkwaardigs: De abdij van Averbode kiest namelijk niet voor een gebouw in de buurt van de kerk, maar voor het stenen huis vlak achter de Hofstede van Culitsrode. Waarom in hemelsnaam?
Dat betekent namelijk dat de nieuwe pastoor Lijssens (en al zijn opvolgers) voor elke mis en voor elke doop een kwartier moeten lopen. Minstens. En ook weer een kwartier terug.
Waarom dit dagelijkse ongerief op de hals gehaald?
Voor de veiligheid misschien? Het zijn dan bepaald roerige tijden. Is het dus geruststellend om de pachter van je eigen hoeve als naaste buurman te hebben? Kan zijn.
Simpelweg omdat dit de goedkoopste oplossing is? De abdij heeft dit huis toch al in bezit. Mogelijk. Maar niet erg waarschijnlijk. Een abdij als die van Averbode hoeft echt niet elke stuiver tweemaal aan te kijken.
Een raadsel dus. Temeer omdat het zeker niet even om een tijdelijke oplossing gaat.  Deze pastorie in Kuilenrode is bijna 200 jaar lang in gebruik geweest.

Grachtenstelsel

Die pastorie is omringd door een 8-vormig grachtenstelsel, een grote vijfhoek en een kleiner vierkant. De pastorie en het latere bijgebouw bevinden zich op dat kleine vierkant.

Nogmaals de kaart van 1650-1680, maar dan ingezoomd op de gebouwen. Het rode bouwwerk is de pastorie. De gracht tussen de pastorie en de hofstede is dan kennelijk gedempt. Op een kaart van omstreeks 1830 staat hij weer wél ingetekend.

De akker binnen de grote vijfhoek heet tot aan de ruilverkaveling Pastoors Hof. Maar waarom zou je een moestuin omringen met een 6,5 m brede en 1,40 m diepe gracht? Om te verhinderen dat iemand jouw boontjes komt jatten?
Of heeft die grotere lus van dat grachtenstelsel vroeger een veel belangrijkere functie gehad? Is dat een middeleeuwse schans geweest? Of zelfs een motteburcht, een uit hout opgetrokken verdedigingswerk? Of... zou daar heel misschien ooit een kerk gestaan kunnen hebben?

De eerste kerken

In de oudste aktes, van net na 1200, is namelijk sprake van dé kerk van de Mierden. Enkelvoud. Pas later wordt er over 'kerken' gesproken, in het meervoud. Als je nou in de middeleeuwen twee dorpen hebt, Hooge en Lage Mierde, en die vormen samen één parochie, met één kerk. En daar midden tussenin ligt het gehucht Kuilenrode. Niet zomaar een groepje huizen, maar de belangrijke kern van het oorspronkelijke Frankische domein, het grondgebied van de plaatselijke heer. Is het dan misschien inderdaad denkbaar dat daar, op die plek, die ene gezamenlijke kerk heeft gestaan?

De heer strijkt de belasting voor de geestelijkheid op

Er is nóg iets dat in deze richting zou kunnen wijzen: We hebben eerder gezien dat het tiendrecht overgedragen wordt aan de abdij van Averbode. De schenker is heer Dirk III van Altena. Hoe komt een wereldlijk figuur aan dat tiendrecht? Hoe komt het dat híj die poet op mag strijken? Dat is immers de geestelijke belasting, bedoeld om priesters van levensonderhoud te voorzien, om kerken te onderhouden, et cetera. Daar zijn twee gangbare methodes voor:
1) Roof of afpersing. De familie van Dirk heeft, zogenaamd in ruil voor bescherming, dat tiendrecht opgeëist. Of...
2) De oorspronkelijke kerk van de Mierden is een zogenaamde eigenkerk. Als een heer op zijn eigen grond zelf een kerk sticht, komt ook het bijbehorende tiendrecht aan hem toe.

Eigenkerk?

Is dit laatste de oorsprong geweest van de Mierdse parochie? En heeft die eerste kerk daadwerkelijk in Kuilenrode gestaan? Op het domein van de heer? Misschien zelfs binnen die grote omgrachte vijfhoek?
Nee, geen antwoorden deze keer. Alleen maar vragen. Fascinerende vragen waarvan de antwoorden toegedekt zijn met het stof der eeuwen.
(Let dus wel: Dit is geen op feiten gebaseerde geschiedenis. Dit is enkel het heel voorzichtig noemen van een mogelijkheid op basis van logica. En dan bovendien 21e-eeuwse logica geplakt op een middeleeuwse situatie waarvan slechts enkele flarden bekend zijn.) 

Proefboringen

In 2001 heeft de heemkundewerkgroep op de huidige akker daar ter plaatse proefboringen verricht. Daarmee is een gedeelte van dat intussen helemaal gedempte en verdwenen grachtenstelsel in kaart gebracht. Grofweg dan toch.

De kaart van de proefboringen.
De rode ondergrond zit daar overal tussen de 40 en 80 cm diep. Behalve op de plekken waar ooit gegraven is. Daar zit die dieper.

De boorgaten bevinden zich precies om de 5 meter. En in de buurt van de grachten om de 2,5 m. Alle boringen waar de rode grond dieper dan 1 m bleek te zitten, zijn zwart gemarkeerd.
Van een van de grachten is een dwarsprofiel gemaakt, met boorgaten om de 25 cm. Daaruit blijkt die eerder genoemde breedte van 6,5 m en die diepte van 1,40 m.
Tijdens die proefboringen is daar, diep uit de ondergrond, een bakstenen fragmentje naar boven gehaald. Dat kan daar, zo diep, onmogelijk door ploegen terecht gekomen zijn. Maar er is nergens op funderingen gestuit.

Een van de gaten aan de linker kant is een put, ruim 3 meter diep.  

Het geheim onder de grond

Als je ergens in Hooge Mierde een schop in de grond zou willen steken, dan is dat wel binnen de contouren van dat voormalige grachtenstelsel aan de Poppelsedijk. Maar zo'n opgraving gaat niet gebeuren. Dit gebied is wettelijk beschermd. En alleen professionals mogen daar onderzoek doen. Maar er is er geen enkele noodzaak toe. De archeologie heeft de handen vol aan het onderzoeken van plekken die bedreigd worden door wegen- en huizenbouw. Wat de grond in Kuilenrode geheim houdt, ligt keurig beschermd onder die akker. 

Terug naar de pastorie. Het gebouw heeft als zodanig dienst gedaan tot 1861. Dat is het bouwjaar van de pastorie aan de Torendreef. Daarna is het pand nog een tijdje verhuurd geweest. Ergens rond 1880-1885 is het huis gesloopt. 

Restanten?

In de oude koeienstal van de boerderij van Abrahams bevinden zich enkele sierlijke gietijzeren pilasters. Volgens de overleveringen zouden die van de gesloopte pastorie afkomstig zijn. Of van het latere bijgebouw.
Het vereist de kennis van een deskundige om dat te verifiëren.


De monnik

Ter nagedachtenis aan de priesters van Averbode die daar in de buurt als pastoor gewoond hebben, staat nu aan de Poppelsedijk een beeld van een norbertijner monnik. Dat is gemaakt door Thea van Herpt. Een wit beeld van een zogenaamde witheer (norbertijnen dragen een hagelwit gewaad).


Van Altena

Ook de naam van Dirk van Altena is gevallen. De man heeft waarschijnlijk weinig met Hooge Mierde te maken gehad. Hij heeft hier alleen familiebezittingen gehad, net zoals op zoveel plekken verspreid over het huidige Noord-Brabant.
Door 'een teken van God' komt hij tot het inzicht dat hij zijn leven moet beteren. Eén van die acties is het wegschenken van zijn tiendrechten. Verder belooft hij goede werken te doen en aalmoezen te geven. Dit allemaal om 'het onrecht dat hij en zijn familie de abdij van Averbode aangedaan hebben goed te maken'.
Zo komt deze man hier aan een keurig straatnaambord.