De schuurkerken
Als er van alle kanten buitenlandse troepen op je af komen, is dat natuurlijk bijzonder angstig. Maar achteraf gezien is het Rampjaar 1672 voor ons hier helemaal niet zo'n ramp. De Staten Generaal worden gedwongen om de katholieke gebiedsdelen beter te behandelen.
Dat 'beter' bestaat uit een toegeknepen oog. Het katholieke geloof wordt voortaan oogluikend gedoogd, zij het enkel in gebouwen die uiterlijk geen enkel kenmerk van een kerk vertonen. Een heel bekend voorbeeld van zo'n zogenaamde schuilkerk is Ons Lieve Heer op Solder in Amsterdam. Hier, op het platteland, betekent dat bijna overal dat een boerenschuur in gebruik genomen wordt voor de eredienst.
Voorwaarden voor schuurkerken
- Een rieten kap, om daarmee de ondergeschiktheid aan gereformeerde kerken te onderstrepen.
- Geen toegang aan de straatkant. Je moet door een zijdeur naar binnen. En in principe met maximaal twee mensen tegelijk.
- Gezang mag buiten niet hoorbaar zijn. Et cetera.
De schuurkerken van Hooge Mierde
In eerste instantie kiest pastoor Lijssens voor een schuur 'in de buurt van het kerkgebouw'. Later is er sprake van een schuur agter steede (boerderij) De Kaijl. Die bevindt zich nagenoeg op de plek waar nu de Kailakkers uitkomt op de Kerkstraat. Die omgeving is in die tijd nauwelijks bebouwd. Deze schuur is zo'n zestig jaar in gebruik gebleven. Mogelijk praten we in beide gevallen over dezelfde schuur, maar dat is niet helemaal zeker. Wel staat vast dat dit pand op een gegeven moment afgebrand is.
In de loop van de 18e eeuw wordt het beleid steeds minder streng. De staat verleent dan zelfs officieel vergunning voor het gebruik van zo'n schuurkerk. Mits je er elk jaar flink voor dokt. In 1732 waagt de abt van Averbode een poging om de oude parochiekerk, die dan al bijna een eeuw lang ongebruikt staat te verpieteren, te repareren en te heropenen. Geen schijn van kans! Ondenkbaar!
Het jaar daarop, in de herfst van 1733, volgt een bescheidener verzoek: toestemming om een nieuwe schuurkerk te mogen bouwen. Dat wordt wél ingewilligd.
Joost Coolen en zijn vrouw Maria Steven Martens schenken dan de parochie een huisje op de hoek Kerkstraat-Smidsstraat. Dat wordt omgebouwd. Deze tweede schuurkerk meet 16 bij 10 meter en is 8 meter hoog. Binnenin is nog een kamertje gemaakt dat dienst doet als sacristie.

De laatste schuurkerk.
De vermelding van de tweede schuurkerk op de alleroudste kadasterkaart, die van 1832. Op dat moment is ze niet meer als zodanig in gebruik.
Dit is dan de dorpskern, de hoek Kerkstraat - Smidsstraat. Er ligt zelfs een pleintje aan (Plaats). Perceel 1313 is de voormalige schuurkerk (Oude Kerk).
Het einde van de schuurkerken
In 1798, tijdens de Franse Tijd, komt er een einde aan de discriminatie van alles wat niet gereformeerd is. Nieuwe wetten bepalen dat de grootste kerken toegewezen dienen te worden aan de grootste geloofsgemeenschappen. Daar is hier geen discussie over mogelijk. Pastoor Dominicus Peeters krijgt dus eindelijk weer zeggenschap over de kerk. Maar... het gebouw is intussen absoluut onbruikbaar geworden (in een volgend artikeltje zullen we zien waarom).
Daardoor ontstaat hier de unieke situatie dat de schuurkerk nog enkele tientallen jaren lang in gebruik blijft, tot 1821, als een van de laatste van Nederland.
In 1823 is het gebouw gesloopt, grotendeels althans. Want zoals de kaart hierboven laat zien, is een vierkant gedeelte nog een tijdje blijven bestaan.